other languages

Italiano

Il francese Paul Arzens era laureato in belle arti: fu dichiarato come uno dei più grandi talenti di quest’arte ed è stato di in grado di guadagnarsi da vivere con i suoi lavori creativi. 

Nella prima metà degli anni ’30 si interessò alle automobili e alla fine progettò la sua prima vettura nel 1938. L’auto era basata sul telaio di una Buick del 1928, alimentata da un motore sei cilindri da 3,5 litri con una potenza di 68 CV e con una lunghezza di oltre sette metri era molto più lunga rispetto ai veicoli di produzione. Grandi sporgenze nella parte anteriore e posteriore caratterizzavano l’aspetto visivo eccezionalmente stravagante della vettura. Caratteristica sorprendente del design della carrozzeria realizzata da Paul Arzens era il bizzarro frontale del radiatore, il vero colpo d’occhio del design è il “naso” leggermente centrato e sporgente dell’auto, che appariva strano e fantasioso a chi era spettatore. 

Dando uno sguardo più attento, tuttavia, furono evidenti che dietro le sottili barre di metallo su entrambi i lati del “naso” trovavano spazio due fari anteriori. Questa scelta stilistica rendeva chiara l’ispirazione di Paul Arzens, ovvero, quella di un mammifero marino: la balena. Le barre di metallo sul davanti ricordano chiaramente I barbigli di una balena,  non appena ci si abitua all’idea e con un tocco d’immaginazione è riconoscibile l’ispirazione alle fauci di questa creatura degli abissi per il frontale dell’autovettura.  In linea con il suo stile Arzens chiamò la sua automobile “La Baleine” che nella lingua francese vuol dire appunto “La Balena”. Fu la sua auto personale fino alla sua morte, avvenuta all’età di 87 anni nel 1990. 

Oggi questa automobile unica nel suo genere è esposta preso il museo Cité de l’Automobile Musée National-Collection Schlumpf di Mulhouse, Francia.

Nederlands

De Fransman Paul Arzens had een studie afgerond aan de kunstacademie, werd beschouwd als een getalenteerd kunstenaar en kon dan ook met zijn creaties in zijn levensonderhoud voorzien.

In de eerste helft van de jaren dertig begon hij zich voor automobielen te interesseren en uiteindelijk slaagde hij er in 1938 in zijn eerste eigen ontwerp te realiseren op het chassis van een Buick uit 1928. Zijn schepping, die met een lengte van zeven meter veel langer was dan de gebruikelijke seriemodellen, werd aangedreven door een 3,5 liter zescilinder motor met een vermogen van 68 pk. De extreme lengte werd bereikt door de carrosserie aan de voor- en achterkant ver voorbij de wielen te laten uitsteken. Een markant kenmerk van de door Paul Arzens gecreëerde carrosserie was de extravagante grille. De blikvanger aan de voorzijde was de zonder meer de smaakvol vormgegeven vrijstaande ‘neus’, die op een neutrale toeschouwer wel zeer vreemd en abstract overkwam. Wie echter goed oplette zag dat er achter de dunne metalen staafjes aan beide kanten van het midden twee koplampen zaten. Alles bij elkaar liet Arzens zich bij het ontwerp van de auto door een bekend zeezoogdier inspireren. De bovengenoemde staafjes leken duidelijk op de baard van een walvis. En inderdaad, wie zich eenmaal met de gedachte verzoend had dat de bek van een walvis model stond voor de voorkant zal die, rekening houdend met wat artistieke vrijheid, daarin zeker herkend hebben. Passend bij het uiterlijk noemde Paul Arzens zijn voertuig dan ook “La Baleine” – in het Nederlands “De Walvis”. Arzens gebruikte zijn ‘walvis’ tot hij in 1990 op 87-jarige leeftijd overleed.

Zijn unieke cabriolet maakt vandaag de dag deel uit van de collectie van het ‘Musée National Cité de l’Automobile – Collection Schlumpf’ in Mulhouse (Frankrijk).