other languages

Italiano

Numerose chiacchere ronzavano attorno il costruttore olandese DAF; accusandolo di essere obsoleto, lontano con le ultime tendenze e di non avere alcun mezzo dotato di sportività fin dagli inizi dell’inizio della sua produzione di autovetture, iniziata nel 1958. Era chiaro che il cliente abitudinale della DAF non era il ragazzo che era sempre aggiornato sulle ultime tendenze, ma la persona adulta che era interessata all’affidabilità e alla flessibilità piuttosto che il design o la finezza visiva della vettura.

Il costruttore proveniente dai Paesi Bassi consolidò la sua reputazione agli inizi degli anni ’60. Tuttavia ci fu un particolare tentativo di attirare la clientela interessata alla sportività; quest’idea fu tutt’altro che una bislacca fantasia e venne presa seriamente dalla dirigenza del marchio, tanto che venne chiamato per il design dell’automobile, l’Italiano Giovanni Michelotti, il quale aveva già realizzato per la DAF, il restyling della piccola 44. Michelotti fu incaricato per il design della sportiva. Le intenzioni del marchio olandese furono quelle di realizzare una coupé sportiva che risaltava tra le concorrenti per diventare una delle vetture di punta di quella nicchia. La carrozzeria aveva ispirazioni provenienti da alcune BMW e Porsche dell’epoca, con alcune citazioni stilistiche prese dalle Granturismo Ferrari e altri marchi concorrenti. Michelotti, nel complesso, realizzò una forma armoniosa e visibilmente bilanciata, come da prassi per le sue realizzazioni. Perfino il nome fu scelto; l’auto era chiamata dalla DAF con il nome di 40 GT.

Sfortunatamente non ci sono altre informazioni riguardo la 40 GT; ne venne realizzato soltanto un prototipo, che è parte (senza alcuna meccanica interna) dell’esposizione all’interno del Museo DAF in Olanda; le informazioni all’interno della struttura ci dicono che questo prototipo è stato realizzato nel 1965 e fino ad oggi si conosce poco riguardo questa coupé olandese.

Nederlands

Het imago dat de Nederlandse fabrikant DAF vanaf het begin van de productie van personenauto’s in 1958 aankleefde, was er één van nauwelijks te ontkennen oubolligheid en een gebrek aan elke vorm van sportiviteit. Het was duidelijk dat de klanten voor de DAF-personenauto’s niet gevonden werden bij de hippe jeugd, maar veeleer bij conservatief ingestelde ouderen, die weinig waarde hechtten aan uiterlijke vertoon en fraaie afwerking en die hun DAF liever kochten op grond van zijn bewezen betrouwbaarheid.

Vanzelfsprekend was deze reputatie ook bij de directie van DAF bekend en zo ontstond in de eerste helft van de jaren ’60 de wens ook de wat meer sportievere automobilist voor zich te winnen. Dat was niet zomaar een kortstondige gril, maar een serieus plan. Zo serieus dat men contact opnam met de Italiaanse ontwerper Giovanni Michelotti die intussen al de facelift van de Daffodil op zijn naam had staan en die werkte aan de nieuwe 44. En dus kreeg zijn ontwerpbureau van de DAF-directie het verzoek ook een sportwagen te vorm te geven. Ongetwijfeld zal de opdracht geluid hebben een coupé te ontwikkelen die zich door zijn vorm van de concurrentie kon onderscheiden zodat er een plekje in dit kleine maar lucratieve marktsegment veroverd kon worden. Voor Giovanni Michelotti zal het een aantrekkelijke opdracht zijn geweest, die hij samen met Paolo Martin met de nodige bravoure ten uitvoer bracht. Ook wanneer in de carrosserievorm een zweem BMW, een beetje Porsche, iets van Ferrari en zo hier en daar nog wat van andere merken te herkennen valt, kan men niet ontkennen dat de ontwerper tot een afgewogen harmonische lijnvoering is gekomen. Een typeaanduiding was ook al bekend: 40 GT zou het model gaan heten.

DAF verstrekte in die jaren jammer genoeg geen gegevens, en alhoewel het in 1965 – zonder motor - gebouwde prototype nog steeds in het DAF Museum te bewonderen valt, zijn alle nadere gegevens in de mist van de geschiedenis verloren gegaan.